1. De volgende tools voorbereiden

1. Een USB-flashstation met een capaciteit van minstens 8 GB. Maak een back-up van alle gegevens die al op het USB-station staan, aangezien deze worden gewist wanneer u het USB-station formatteert. Formatteer het USB-station met de FAT32-indeling.

   Hiervoor klikt u met de rechtermuisknop op uw USB-flashstation en selecteert u Indeling (Format). Selecteer FAT32 onder Bestandssysteem (File system).

2. Een computer die verbinding kan maken met een USB-flashstation en toegang heeft tot internet (om de systeeminstallatieschijf te downloaden).
3. De computer moet na het installeren van het nieuwe besturingssysteem opnieuw worden verbonden met een netwerk. Na de installatie worden de stuurprogramma's niet geïnstalleerd, waardoor de aan/uit-knop, de volumeknoppen, de vingerafdrukscanner, wifi en Bluetooth niet werken. Download PC Manager voordat u opnieuw installeert, zodat u de stuurprogramma's kunt installeren nadat het nieuwe systeem is geïnstalleerd.

2. Systeeminstallatieschijf voorbereiden

1. Sluit het USB-flashstation aan op de computer en bezoek de officiële Microsoft-website (https://www.microsoft.com/nl-nl/software-download/windows10).

   Klik op Downloaden en vervolgens op Opslaan. Download de tool voor mediacreatie voor de installatie van het systeem: MediaCreationTool.exe.

2. Nadat de tool geïnstalleerd is, klikt u op Uitvoeren (Run) of gaat u naar het installatiepad en zoekt u MediaCreationTool.exe. Dubbelklik op het pakket om het uit te voeren.
3. Klik op Accepteren.

4. Selecteer Voor de andere computer creëren (Create for the other computer) onder Wat wilt u uitvoeren (What do you want to perform). Klik op Volgende.

5. Vink De aanbevolen optie voor deze computer gebruiken (Use the recommended option for this computer) uit en stel Taal (Language) in op Engels (Verenigde Staten) (English (United States)), Versie op Windows 10 en Integer op 64-bit (X64). Klik op Volgende.

6. Vink USB-flashstation (USB flash drive) aan onder Vereist medium selecteren (Select required medium) en selecteer Volgende.

7. Als het USB-flashstation wordt weergegeven in het venster Het USB-station selecteren (Select the USB disk), betekent dit dat u het USB-flashstation met succes op de computer hebt aangesloten. Klik op Volgende.
   

   Als er een bericht verschijnt dat het USB-flashstation niet kan worden gevonden, betekent dit dat het USB-flashstation niet kan worden gedetecteerd. Controleer of het USB-flashstation correct op de computer is aangesloten en klik op De lijst met stuurprogramma's vernieuwen (Refresh the driver list).

8. Uw computer zal Windows 10 automatisch downloaden. Wanneer het downloaden is voltooid, verschijnt er een pop-upbericht met de tekst Medium maken voor Windows 10 (Creating medium for Windows 10).

9. Dan verschijnt er een bericht met de tekst Uw USB-station is klaar (Your USB drive is ready). Klik op Voltooien (Finish). U kunt nu het nieuwe systeem installeren met behulp van het USB-flashstation.

3. Windows 10 installeren

Maak een back-up van bestanden naar een extern apparaat vóór de installatie om te voorkomen dat u belangrijke bestanden verliest.

1. Sluit het USB-flashstation aan op uw computer. Druk tijdens het opstarten op F12, selecteer het USB-flashstation, selecteer Opstarten met USB-station (Startup using USB drive) en druk op Enter.

2. Selecteer uw voorkeuren onder Taal (Language), Tijd- en valutanotatie (Time and currency format), Toetsenbord en invoermethode (Keyboard and input method) en klik op Volgende.

3. Nadat het installatiescherm wordt weergegeven, klikt u op Nu installeren (Install now).

4. Vink Ik accepteer de voorwaarden (I accept the conditions) aan in het venster Toepasselijke verklaring en licentie (Applicable statement and license) en klik op Volgende.

5. Selecteer Aangepast: Alleen Windows installeren (Geavanceerd) als het installatietype.

6. In het pop-updialoogvenster Waar wilt u Windows installeren?(Where do you want to install Windows?) selecteer u Schijf 0, Partitie 3: (Drive 0, Partition 3:) Windows. Ga naar Volgende > Bevestigen.
   

   Als de schijfpartitie volledig is verwijderd, selecteert u de schijf en klikt u op Nieuw (New) om een primaire partitie te maken. Klik op Indeling (Format), selecteer NTFS als bestandstype en voer de daaropvolgende bewerkingen uit zoals gevraagd.

7. Er wordt een bericht weergegeven dat aangeeft dat Windows wordt geïnstalleerd.

8. Nadat het systeem is geïnstalleerd, wordt de computer automatisch opnieuw gestart. Koppel het USB-flashstation los van de computer.

9. Tijdens het proces van opnieuw starten wordt er een venster weergegeven met de tekst Besturingssysteem selecteren (Select operating system). Wacht ongeveer twee seconden totdat het systeem deze instelling automatisch kiest.

10. Het scherm van de eerste opstart wordt weergegeven om aan te geven dat het systeem opnieuw is geïnstalleerd. Volg de instructies om de installatie van het systeem te voltooien.

4. Uw computer met het internet verbinden, PC Manager downloaden en alle bijbehorende schijven installeren

1. Veel functies kunnen niet worden gebruikt na een herinstallatie van het systeem. Verbind uw computer met het internet, bezoek de officiële Huawei- of Honor-website en download PC Manager.
    

   • Als u een Huawei-computer gebruikt, gaat u naar de officiële Huawei-website (http://consumer.huawei.com/en/support/index.htm), voert u uw productnaam in en selecteert u uw product onder Gerelateerde producten (Related Products). Klik op Support en vervolgens op Softwaredownload (Software Download). Klik op PC Manager en vervolgens op het downloadpictogram. Wanneer het downloaden is voltooid, opent en installeert u het pakket.
   • Als u een Honor-computer gebruikt, gaat u naar de officiële Honor-website, voert u uw productnaam in en selecteert u uw product onder Gerelateerde producten (Related Products). Klik op Support en vervolgens op Softwaredownload (Software Download). Klik op PC Manager en vervolgens op het downloadpictogram. Wanneer het downloaden is voltooid, opent en installeert u het pakket.
2. Open PC Manager, ga naar Stuurprogramma's beheren (Manage drivers) en selecteer Controleren. Overeenkomstige stuurprogramma's worden automatisch op uw computer geïnstalleerd en/of bijgewerkt.
3. Start uw computer opnieuw en controleer of alle stuurprogramma's correct zijn geïnstalleerd in Apparaatbeheer (Device Manager) en PC Manager.