Ik kan het printerstuurprogramma niet installeren of de printer gebruiken nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd |
Probleem
De gebruiker probeert een printer met de computer te verbinden, maar het werkt niet. De volgende problemen kunnen optreden: de printer reageert niet wanneer hij met de computer wordt verbonden; er wordt een geel uitroepteken op het printerpictogram in Apparaatbeheer weergegeven nadat de printer met de computer is verbonden; het printerstuurprogramma kan niet worden geïnstalleerd; de printer werkt niet goed; de printer wordt niet in de lijst vermeld nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Oorzaak
De oorzaken zijn als volgt: het printerstuurprogramma is als cd-rom bij het pakket ingesloten, maar de computer beschikt niet over een cd-rom-station; de versie van het stuurprogramma dat vanaf het internet is gedownload, is niet compatibel met het systeem; de instellingen voor het toevoegen van een printer in het bedieningspaneel zijn onjuist.
Oplossing
Download en installeer het printerstuurprogramma en stel de printer dan op de juiste wijze in.
Methode 1:
- Ga naar de officiële website van het printermerk en download het stuurprogramma van het bijbehorende printermodel. We gebruiken de HP LaserJet Pro P1106 als voorbeeld: bezoek de officiële HP-website, ga naar Ondersteuning > Bij afdrukken, voer het printermodel in en download het bijbehorende stuurprogramma.
- Pak het gedownloade printerstuurprogramma uit.
- Klik met uw rechtermuisknop op het computerpictogram van het bureaublad en selecteer Beheren in het snelkoppelingenmenu.
- In de lijst aan de linkerkant selecteert u Services en toepassingen en dubbelklikt u op Services.
- Dubbelklik op Print Spooler, stel het opstarttype in op Automatisch en klik op Starten en op OK.
Opmerking: Als het systeem een bericht weergeeft met een foutcode waarin staat dat de Print Spooler-service niet kan worden gestart vanwege onvoldoende bronnen, voert u "cmd" in het zoekvak van de taakbalk in, klikt u met de rechtermuisknop op de app en selecteert u Als beheerder uitvoeren in het snelkoppelingenmenu. In het weergegeven dialoogvenster met de opdrachtprompt voert u "netsh winsock reset" in, waarna u op de Enter-toets drukt. Start vervolgens de computer opnieuw. Hiermee wordt het netwerk van de computer gereset. U moet mogelijk het wachtwoord opnieuw invoeren om verbinding met het eerder verbonden netwerk tot stand te brengen. De VPN, gedeelde printer of gedeelde LAN kunnen pas weer worden gebruikt als ze opnieuw zijn geconfigureerd.
- Selecteer Printerextensies en meldingen, klik op Meer acties aan de rechterkant en selecteer Starten. (Als deze optie niet beschikbaar is, slaat u deze stap over.)
- Selecteer PrintWorkflowUserSvc, klik op Meer acties aan de rechterkant en selecteer Starten. (Als deze optie niet beschikbaar is, slaat u deze stap over.)
- Selecteer Server, klik op Meer acties aan de rechterkant en selecteer Starten.
- Keer terug naar het bureaublad en dubbelklik op het programma Instellingen in het uitgepakte stuurprogrammapakket.
- Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Volgende.
- Selecteer het printermodel en klik op Volgende.
- Sluit de printer zo nodig met behulp van een USB-kabel op de computer aan en schakel de printer in.
- Nadat de printer is geïnstalleerd, klikt u op Volgende en start u de computer opnieuw. Als het stuurprogramma niet kan worden geïnstalleerd, wordt het u aanbevolen om het stuurprogramma van de seriële poort bij te werken.
Nadat het opnieuw starten is voltooid, kunnen de volgende situaties optreden:
Het stuurprogramma is geïnstalleerd, maar het bedieningspaneel identificeert de printer niet automatisch. In dat geval moet u de printer handmatig toevoegen.
Voer de volgende stappen uit:
- Klik op het Windows-pictogram en ga naar Instellingen > Apparaten.
- Selecteer Printers en scanners en klik op Een printer of scanner toevoegen.
- Als de printer niet kan worden gedetecteerd, klikt u op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst.
- Selecteer Een lokale printer of een netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen, klik op Volgende, selecteer Bestaande poort gebruiken of Een nieuwe poort maken en klik op Volgende.
- Klik op Have Disk....
- Zoek de map met het uitgepakte stuurprogramma dat werd gegenereerd nadat het stuurprogramma vanaf de officiële website van de printer werd gedownload, selecteer het bijbehorende .inf-bestand (doorgaans vernoemd naar het printermodel of de printerserie) en klik op Openen.
- Klik op OK.
- Selecteer Deze printer niet delen. (Als u deze printer wel wilt delen, voert u het correcte LAN-adres in.)
- Klik op Testpagina afdrukken en klik dan op Voltooien.
Het stuurprogramma wordt niet geïnstalleerd. In dat geval moet u het stuurprogramma handmatig toevoegen.
Open Apparaatbeheer en zoek de printer. Als er een geel uitroepteken op het printerpictogram wordt weergegeven, klikt u met uw rechtermuisknop op de printer en selecteert u Stuurprogramma bijwerken in het snelkoppelingenmenu.
Opmerking:
Als de installatie lang duurt of als de gebruiker de installatie meerdere keren herhaalt, verschijnt er een bericht waarin staat dat de installatie is mislukt. In dat geval ontkoppelt u de USB-kabel, zoekt u de map met het uitgepakte stuurprogramma en voert u uninstall.exe in de map uit. Nadat het stuurprogramma is verwijderd, start u de computer opnieuw en installeert u het stuurprogramma opnieuw. Gebruik vervolgens de USB-kabel om de printer op de computer aan te sluiten, volgens de aanwijzingen op het scherm.