Basisbewerking

1. Open Foto's, tik op de foto die u wilt bewerken en tik vervolgens op . U kunt vervolgens:

   • Bijsnijden en draaien: tik op Bijsnijden, selecteer een kader en versleep dan het raster of de hoeken ervan om te selecteren welk deel u wilt behouden. U kunt de foto in het kader verslepen of twee vingers gebruiken om erop in of uit te zoomen om het weergegeven deel van de foto aan te passen.

     Als u de foto wilt draaien, tikt u op Bijsnijden en sleept u het hoekwiel naar de gewenste oriëntatie.

     Als u de foto een bepaald aantal graden wilt roteren of als u een spiegelbeeld van de foto wilt maken, tikt u op of .

   • Een filtereffect toevoegen: tik op Filter om een filter te selecteren.

   • Foto-effecten aanpassen: tik op Aanpassen om de helderheid, het contrast, de verzadiging en andere aspecten van de foto aan te passen.

   • Overige: tik op Meer om de foto op andere manieren te bewerken, zoals het toevoegen van kleurspatten, vervaging, krabbels of een tekstelement.

   Bij het gebruik van de functie Aanpassen of Filter kunt u op Vergelijken tikken om de foto voor en na de bewerking te vergelijken. Vergelijking wordt in bepaalde bewerkingsmodi niet ondersteund.

2. Tik op of om de bewerkingen op te slaan.

Stickers aan foto's toevoegen

1. In Foto's tikt u op een foto en gaat u vervolgens naar > Meer > Stickers.

2. Selecteer een sticker en versleep hem naar de gewenste plek. Houd de stip op de hoek van de sticker aangetikt en versleep hem om de grootte van de sticker aan te passen. Tik op om de sticker te verwijderen.

   U kunt ook de tekst in sommige stickertypes bewerken. Tik op het bewerkbare gebied, dat meestal met streepjeslijnen is omcirkeld, om de nieuwe tekst in te voeren.

3. Tik op om uw bewerkingen op te slaan en tik op om de foto op te slaan.

Foto's korrelig maken

1. In Foto's tikt u op een foto en gaat u vervolgens naar > Meer > Mozaïek.

2. Selecteer een mozaïekstijl en -formaat om delen van een foto te bedekken.

3. Als u het mozaïek wilt verwijderen, tikt u op Gum en veegt u het van de foto.

4. Tik op om uw bewerkingen op te slaan en op om de foto op te slaan.

Foto's hernoemen

1. In Foto's tikt u op de miniatuur van de foto die u wilt hernoemen.

2. Ga naar > Hernoemen en voer een nieuwe naam in.

3. Tik op OK.

Ongewenste objecten uit afbeeldingen verwijderen

1. In Foto's tikt u op de afbeelding die u wilt bewerken en gaat u vervolgens naar > Meer > Verwijderen.

2. U kunt op een van de volgende manieren objecten uit afbeeldingen verwijderen:

   • Slim: selecteer Slim en tik op items of teken lijnen over items die u wilt verwijderen.

   • Handmatig: selecteer Handmatig, kies de grootte van de gum die het beste aan uw behoeften voldoet en veeg over het deel van de afbeelding dat u wilt verwijderen.

     Het wordt aanbevolen dat u een kleine gum gebruikt om fijnere details te verwijderen (zoals stroomkabels).

   Als u de wijzigingen ongedaan wilt maken, tikt u op bovenaan het scherm.

3. Tik op om de wijzigingen op te slaan en tik op om de bewerkte afbeelding op te slaan volgens de instructies.

Gebouwen in afbeeldingen aanpassen

Als u een foto van een gebouw maakt en vindt dat de opnamehoek verkeerd is, kunt u de functie Gebouw aanpassen gebruiken om de hoek automatisch te corrigeren.

1. In Foto's tikt u op de afbeelding die u wilt bewerken en gaat u naar > Slim > Gebouw aanpassen.

   Tik op Vergelijken om de effecten voor en na de aanpassing met elkaar te vergelijken.

   Als u de aanpassing ongedaan wilt maken, tikt u bovenaan het scherm op .

2. Tik op om de bewerkte afbeelding volgens de instructies op te slaan.

Collage

U kunt de collagefunctie in Foto's gebruiken om snel meerdere foto's tot één foto te combineren, zodat u ze gemakkelijker kunt delen.

1. U kunt de collagefunctie openen op één van de volgende manieren :

   • Op het tabblad Ontdekken tikt u op Collage maken, selecteert u enkele foto's en tikt u vervolgens op Maken.

   • Op het tabblad Foto's of Albums houdt u enkele foto's aangetikt om ze te selecteren en gaat u vervolgens naar > Collage.

2. Selecteer een sjabloon. U kunt vervolgens:

   • Een foto verplaatsen: houd de foto aangetikt en sleep deze naar een nieuwe positie.

   • Het weergegeven gedeelte van een foto aanpassen: veeg op de foto, of knijp in of uit, zodat alleen het deel dat u wilt zien, in het raster wordt weergegeven.

   • Een foto kantelen: tik op de foto en tik vervolgens op om de foto te kantelen of op om de foto te spiegelen.

   • Randen toevoegen of verwijderen: er worden standaard randen tussen foto's en langs de randen van het raster weergegeven. Tik op Frame om ze te verwijderen.

3. Tik op om de collage op te slaan.

   Ga naar Albums > Collages om de opgeslagen collage te bekijken.