De lange-scherpstellingslens van de camera wordt vooral gebruikt voor het fotograferen van objecten op grote afstand.

Voor de meeste opnamescenario's is de hoofdgroothoekcameralens nodig.

De ultragroothoekcameralens wordt gebruikt voor het maken van panoramische scènes met een minimale opnameafstand van ongeveer 2,5 cm.

De Time-of-Flight--cameralens (ToF)(momenteel alleen door de P30 Pro ondersteund) wordt gebruikt om de 3D-effecten van een scène te verbeteren. Deze lens is in staat om de afstandsinformatie nauwkeurig te berekenen en levert foto's met een groot gevoel van diepte.

Bij het maken van foto's heeft de P30 meestal twee cameralenzen die samenwerken, terwijl de P30 Pro drie cameralenzen heeft die samenwerken. De Camera-app selecteert een gepaste combinatie van cameralenzen op basis van uw instellingen en de scène.

Om veiligheidsredenen kunnen we geen verdere details over het werkingsmechanisme geven.